Wat het werk interessant maakt, is de enorme veelzijdigheid. Je werkt veel met medische apparatuur, wordt op verpleegkundig vak uitgedaagd vanwege de hoogcomplexe zorg die we leveren en ook in het begeleiden van de ouders speel je een belangrijke rol. Die combinatie is bijzonder.
Jozua is verpleegkundige op de IC neonatologie. Ooit startte hij als kinderverpleegkundige in de Gelderse vallei. Daarna heeft hij de opleiding high care en high care neonatologie afgerond en na een stage is hij blijven werken in UMC Utrecht. En nog steeds naar volle tevredenheid. De academische setting geeft zijn werk extra inhoud en zorgt ervoor dat het niet saai is: “Meestal heb je twee kinderen onder je hoede en als het nodig is omdat je patiëntje extra zorg nodig heeft, sta je één op één. Het komt ook voor dat we met twee of drie collega’s bezig zijn rond een bedje. Dan moet er zoveel gebeuren om de baby stabiel te houden en dan heb je elkaar nodig.

Wat het werk interessant maakt, is de enorme veelzijdigheid. Je werkt veel met medische apparatuur, wordt op verpleegkundig vak uitgedaagd vanwege de hoogcomplexe zorg die we leveren en ook in het begeleiden van de ouders speel je een belangrijke rol. Die combinatie is bijzonder. De technische kant van het vak past mij goed. Ik houd van sleutelen en heb altijd een schroevendraaier op zak tijdens mijn dienst om zo nu en dan een kleine reparatie uit te voeren.

Jozua vindt het jammer dat weinig collega’s kiezen voor dit vak. Je moet langer studeren om dit te kunnen doen, maar je krijgt er ook veel voor terug. Het is zo bijzonder om pasgeboren kinderen van rond de 400 gram te helpen. En niet alleen de kinderen, het begeleiden van de ouders hoort daar ook bij. We hebben helaas niet alleen maar succesverhalen en er gebeuren ook verdrietige dingen waar je mee om moet kunnen gaan. Dan ben je er als verpleegkundige voor de ouders, daar ligt een belangrijke taak. Ik probeer de familie hoop te geven en ze te wijzen op de mooie dingen die gebeuren, maar ik wil ook realistisch zijn en eerlijk. Naar die balans zoek ik. Ik zoek wel naar de lichtpuntjes en we moedigen ouders aan een band op te bouwen met hun kind, zeker als de start zo spannend is en onzeker. Je moet je voorstellen dat ouders hun eigen kind nog niet eens vast hebben kunnen houden en dat doet wat met je als ouders. Zodra het kan en mag dan ben je er als verpleegkundige om te helpen en te stimuleren dat ouders met hun kindje buidelen, het kindje wordt dan op de blote borst van een van de ouders gelegd. Het blijft elke keer bijzonder om dat mee te maken.

De sfeer op onze afdeling is erg fijn, humor helpt ons ook met moeilijke situaties om te gaan. We staan op heel goede voet met de neonatologen met wie samenwerken en daarin voel ik me gelijkwaardig. Het is fijn om te weten dat je van elkaar op aan kunt en dat ze onze expertise enorm serieus nemen. Als we patiëntjes vervoeren naar andere ziekenhuizen werken arts en verpleegkundige onderweg nauw samen om het transport zo veilig mogelijk te laten verlopen. Dan vertrouwen we blind op elkaar en dat moet ook in zulke situaties.

Het is zo’n bijzonder vak en we staan te springen om nieuwe collega’s. Als je bij ons gaat werken, dan word je goed begeleid. We hebben hier op de afdeling veel verschillende patiëntjes liggen en je start niet met de meest complexe casussen. Daar groei je langzaam in. Voor studenten die bij ons starten kan het best overweldigend zijn als je ziet wat je allemaal moet doen. Dus dan beginnen we eerst met de basiszorg. Zodra je dat onder de knie hebt, ga je verder en uiteindelijk kun je aan het einde van je opleiding zelfstandig voor twee zieke kinderen zorgen.

Uiteindelijk zijn we er voor de kinderen en doen we er alles aan om ze door die eerste weken heen te loodsen. We hebben een wall of fame op onze afdelingen met foto’s en verhalen van de kinderen die bij ons hebben gelegen. Soms krijgen we bezoek van ex-patiënten die nu tiener zijn. En ouders komen bij ons langs om te laten zien hoe het nu met hun kind is. Dat mede dankzij jouw hulp dat kleine kindje van 500 gram uitgroeit tot een puber met jeugdpuistjes blijft indrukwekkend.”